Vertrouwen en wederzijds begrip
Een open en vriendelijke schoolomgeving is een voorwaarde om een goede ouder-leerkrachtrelatie te realiseren. De ouders van alle schooltypen zijn het erover eens dat een goed contact met de leerkracht begint voordat er dingen te bespreken zijn. De oprechte belangstelling voor het kind bij leerkracht en ouder is uitgangspunt voor een vertrouwensrelatie. Vandaaruit is alles bespreekbaar, aldus de ouders.
- “Een goeie relatie met de juf of meester is zo belangrijk. Ik bedoel, als er iets aan de hand is, dan moet ik me ook op m’n gemak voelen. Als ik iets moeilijks moet bespreken, of als mijn kind iets stoms heeft gedaan, dan is het fijn als je al met elkaar kunt opschieten. Ik heb echt een klik met de meester dit jaar, de relatie is 100%. Eerlijkheid, open (…) Ik kan over alles met ‘m praten, met respect natuurlijk, en beleefd” (ouder van zorgleerling, stimuleringsschool).
Alledaagse gesprekken zijn belangrijk.
- “Je moet als leerkracht op één lijn staan met ouders; dat kun je doen door heel veel kleine dingetjes. Dit kunnen gesprekjes zijn en het letterlijk op de gang gaan staan en te vragen hoe het weekend was, of dat je ouders een fijne dag wenst. Het is goed om te investeren in die gesprekjes, om te zoeken naar mogelijkheden. Ook de ouders die bijna niet gezien worden, het is goed om hen te bellen of een mailtje te sturen. Op die manier zoek je openingen bij ouders. Zo voorkom je dat je ouders alleen maar informeert wanneer het niet zo goed gaat” (leerkracht reguliere basisschool).
- “Het is belangrijk dat je, als je ouders in de wandelgangen ziet, ook gewoon een praatje maakt en dat je dan ook eens humor gebruikt. Ook moet je op informatieavonden niet alleen het schoolse praatje ophangen, want dan merk je dat het contact niet op gang komt. Je moet ook echt jezelf zijn”. (leerkracht reguliere basisschool).
- “Ik heb elke dag wel gesprekken met ouders, iedere ochtend en na school. En ik denk dat je die lijnen kort moet houden en er niet teveel tijd overheen moet laten gaan. Direct zijn, dat helpt. Echt” (leerkracht stimuleringsschool).
- “Ik ga heel snel in gesprek met ouders. Ik ben elke dag wel met ouders aan het praten. Ik gebruik de tien minuten inloop in de klas in de ochtend daarvoor, dan zie je meteen bijna alle ouders. En ik ga altijd met de groep mee naar buiten. En als er dan iets is voorgevallen bespreek ik het altijd meteen met de ouders. Dat is kenmerk van mijn handelen: van mij kom je het meteen te weten. Bij mij zullen ouders als ze op oudergesprek komen nooit voor een verrassing komen te staan, dat ze iets niet weten. Het is altijd van te voren al besproken of al eens aangekaart of er is al eens gezegd ‘wat kunnen we samen daaraan doen? Hoe gaan we dit aan?’ ” (leerkracht stimuleringsschool).
Eerlijkheid is belangrijk: doen wat je belooft, en ervoor zorgen dat ouders zich niet overvallen voelen.
- “Ik ben altijd eerlijk naar ouders. En dat heeft mij altijd geholpen. Ouders waarderen dat, dat is de feedback die ze mij geven. ‘Bij u weten we wat er aan de hand is, we weten wat er gebeurt’. Ik denk dat ouders dat ook willen. Dan komt de boodschap ook aan. Je mag niet de boel laten slingeren en dan opeens met een opmerking komen over wat er de laatste maanden gebeurd is. Dan ben je fout bezig” (leerkracht stimuleringsschool).
- “Het is belangrijk dat ouders zich voor kunnen bereiden op wat er tijdens een gesprek besproken gaat worden. Als er slecht nieuws besproken gaat worden, bespreek ik dit alvast in grote lijnen, voorafgaand aan het echte gesprek, zodat de ouder weet wat er speelt” (leerkracht stimuleringsschool).
- “Ik denk ook dat je het allemaal een beetje in de week moeten leggen. Ik bedoel, iedereen wil graag dat het voor zijn of haar kind goed verloopt, maar als je opeens grote besluiten voorgelegd krijgt, vind je het fijn als je daar een beetje op voorbereid bent” (leerkracht reguliere basisschool).
Ouders geven aan dat zij graag meteen willen weten als er iets speelt, en hoe het wordt opgepakt:
- “Bij ons op school krijg je als ouder meteen de dag erna een reactie, en dan zie je, dan wordt het ook doorgestuurd naar degene die daarmee te maken heeft gehad. Er wordt meteen iets mee gedaan. Het hoeft niet meteen opgelost te worden - als je maar ziet dat het wordt opgepakt, of doorverwezen naar de juiste persoon” (ouder speciaal onderwijs).
- “Het is mij wel eens gebeurd dat ouders boos binnenkomen nadat zich een incident heeft voorgedaan. Maar je kunt die dan wel goed kalmeren door ermee te praten. En als je ze dan op het hart drukt dat je er ook dan echt iets mee gaat doen, en ze zien dan naderhand in mailcontact of als het kind thuis komt, dat je er iets meegedaan hebt, dan kalmeren mensen. Dan heb je de ouders toch gerust gesteld” (leerkracht reguliere basisschool).
Een wederzijdse interesse in het kind is het vertrekpunt om met ouders in gesprek te komen. Luisteren naar ouders is daarbij een vereiste om een vertrouwensrelatie te creëren. Leerkrachten wijzen erop dat je niet moet vergeten om ook leuke en positieve dingen over het kind te vertellen,naar de ervaring van ouders te vragen en ouders positieve feedback te geven.
- “Ik zorg er bewust voor om een opening te creëren voor ouders om iets te vertellen. Dat kan je doen door iets te vertellen wat je opgevallen is aan het kind” (leerkracht regulier basisonderwijs).
- “Ik let er altijd op dat ik de nadruk leg op wat een kind met een beperking juist wel goed kan. Deze manier van werken ondersteunt het acceptatieproces bij de ouder” (leerkracht speciaal onderwijs).
- “We willen als kinderen in de nieuwe klas komen iets meer van hen weten. Zodat kinderen zich veilig voelen in de klas, maar ook dat je zelf veel beter weet van ‘waar moet ik eigenlijk op letten?’ Dat kun je eigenlijk veel beter te weten komen via de ouders. Daarvoor hebben we Klavertje Vier ontworpen, met een viertal vragen. Maar de hoofdvraag is eigenlijk; pap of mam, vertel eens, wat is het nou wat ik moet weten van jouw kind? Wat is nou iets positiefs? We hebben het dan niet over negatieve dingen, maar benoemen samen de positieve dingen. Dat Klavertje vier hangt dan aan de entree van het klaslokaal. Dan heb je iets van het kind staan in een zonnetje ‘dit is Lisa. Lisa is vrolijk, Lisa is lief, Lisa doet dit en dit graag’. En als ouders dan over die positieve dingen aan de gang waren, kwamen ook vanzelf dingen naar voren die voor ons natuurlijk ook belangrijk zijn. Bijvoorbeeld wat gebeurt als het kind moeite met iets heeft? Hoe reageert het dan?” (leerkracht reguliere basisschool).
Sommige leerkrachten durven zich kwetsbaar op te stellen en voorbeelden van zichzelf te geven:
- “Je vertelt gewoon eerlijk wat er is gebeurd, ook als je als leerkracht een fout hebt gemaakt” (leerkracht stimuleringsschool).
- “Ik zeg ook wel eens dat ik hen goed snap omdat ik zelf ook ouder ben. Dan stap ik even uit de leerkracht-ouderrol. Ik merk dat mensen daar toch wel behoefte aan hebben en dan denken: die voelt met mij mee” (leerkracht reguliere basisschool).
- “Je zorgt ervoor dat ouders zich gehoord en begrepen voelt door altijd naar ze te luisteren, te blijven luisteren en heel rustig te blijven. Je kunt ook wel een stukje je eigen emoties laten zien. Dan zien ouders dat ik ook maar een mens ben, net als zij. Aan mij zie je ook of ik zenuwachtig of emotioneel ben. Ik werk ook met de kinderen, ik ben ook emotioneel betrokken bij die kinderen, niet alleen de ouder. En als ik er te sterk met mijn eigen emoties in zit, of als het dreigt uit de hand te lopen, dan moet je het gesprek stoppen en naar een later moment verplaatsen. In sommige gevallen wordt de IB’er ingeschakeld, voornamelijk als er zorgen zijn of als de band niet helemaal lekker loopt. Zo’n relatieve buitenstaander die wel goed op de hoogte is werkt wel goed” (leerkracht reguliere basisschool).
Ook geven een aantal leerkrachten aan dat het voor een vertrouwensrelatie belangrijk is om samen met ouders naar oplossingen te zoeken, ouders het gevoel te geven dat ze in hun waarde gelaten worden en ervoor te zorgen dat zij zich veilig voelen. Het is belangrijk om rekening te houden met de gevoelens van de ouders.
- “Ik vind het belangrijk om ook een luisterend oor te bieden bij onverwerkt leed van ouders” (leerkracht speciaal onderwijs).
- “Je moet ook een stuk ingaan op andere dingen, als je weet dat ouders het moeilijk hebben, bijvoorbeeld als ze een ziekte hebben of er thuis iets aan de hand is” (leerkracht stimuleringsschool).
- “De moeder van een kind met gescheiden ouders komt helemaal overstuur naar school. Dan zeg ik: 'kom maar even apart zitten, Lisette’. Dan zeg ik ook niet ‘mevrouw Janssen’, maar dan noem ik haar bij de voornaam. Dan ga je even apart zitten en laat je haar haar verhaal doen. Dan toon je eerst medeleven. 'Wat is er gebeurd? Potverdorie, als het mijn kind zou zijn zou ik misschien hetzelfde hebben gereageerd.' Vervolgens breng je haar terug naar de realiteit en zet je alles op een rij. Dan kijk je samen wat het beste is voor haar kind” (leerkracht speciaal onderwijs).